Digitaalvaardig in de zorg

Ziekenhuizen

Tips voor digicoaches 5: je inleven in de digitale starter

helplen bij digitale vaardigheden

Om een goede digicoach te zijn, is het belangrijk dat je je kunt verplaatsen in de digitale starter. Ik heb inmiddels een heleboel digitale starters en mensen die digitale starters begeleiden gesproken. In dit artikel neem ik je mee in hun ervaringen zodat jij als digicoach je goed kunt verplaatsen in de uitdagingen waar starters tegenaan lopen.

Allereerst een eigen ervaring
Ik ben digitaal best handig. Maar toch kan ik op sommige momenten de stress voelen die een starter vaak voelt. De angst dat je een fout maakt of iets stoms doet. Ik heb dat als ik een heel belangrijke mail moet sturen. Bijvoorbeeld de mail aan 200 zorgbestuurders die ik vorige week moest versturen. Of de 1-april-grap die ik vorig jaar naar de hele organisatie moest sturen. Ik check dan 1000 keer of ik de bijlagen wel hebt toegevoegd. Of ik geen rare typefouten heb geschreven, of alle mailadressen wel kloppen. Of er niemand tussen zit die de mail niet moet krijgen. Als ik alles dubbel gecheckt heb en op verzenden klik, heb ik trillende handen en direct na het verzenden controleer ik opnieuw of er niks mis is gegaan. Ik wacht gespannen of er niks raars terugkomt op mijn mail. Dan zakt mijn ademhaling langzaam weer en denk ik: ‘Suzanne, waar maak je je druk om?’.

Tegelijkertijd weet ik waar het gevoel vandaan komt. Ik was ooit genomineerd voor een innovatieprijs en mocht reclame maken voor ons project door een mailtje te sturen aan de hele organisatie. Ik vond dat al een tikkie gênant, maar ja, als ik het niet deed….De bijlage van mijn mail bleek te groot te zijn (het was 2009 en een mail sturen aan 11.000 e-mailadressen met een bijlage van 1,5 MB was te veel gevraagd ) waardoor het hele systeem vastliep. In plaats van leuke reacties kreeg ik allemaal klachten en boze mails dat door het openen van het bestand de computers van collega’s vastliepen. (Wonder boven wonder hebben we trouwens toch de innovatieprijs gewonnen 😄).

Heb jij ook wel eens een digitale blooper gemaakt? Haal dat gevoel terug en gebruik het om de digitale starter te begrijpen en te helpen.

Verschillende soorten digitale starters
Digitale starters heb je in verschillende soorten.

1. Mensen die niet kunnen en niet willen.
Groep één is de moeilijkste groep. Want wie niet gemotiveerd is om te leren zal ook niet gaan leren. Voor deze groep heb ik eerder tips geschreven: hoe motiveer je de digitale starter?

2. Mensen die wel kunnen maar niet willen.
Groep twee is een groep die digitaal best redzaam is maar er niet blij van wordt en zo weinig mogelijk digitaal blijft werken. Dit is de groep die een papieren agenda blijft gebruiken en liever belt dan mailt. Over deze groep maak ik me het minste zorgen. Ze zullen wel meegenomen moeten worden naar de toekomst om bijvoorbeeld zorgtechnologie in te zetten. Technologie is immers onmisbaar voor de toekomst van de zorg. Maar de basisvaardigheden zijn aanwezig. Er is alleen aandacht nodig voor motivatie en houding.

3. Mensen die wel willen, denken dat ze het kunnen maar het toch niet kunnen.
Groep drie is gevaarlijk. Mensen die zich volop op het internet begeven, van alles uitproberen maar zonder dat ze het in de gaten hebben allerlei risico’s lopen voor zichzelf, de cliënt of de organisatie. Zij hebben kennis nodig om hun computergedrag veilig te maken. Ze hebben hulp nodig om betrouwbare informatie op het internet te vinden en hun werk transparant, veilig en kwalitatief te doen. Wat je in kunt zetten als coach is hun onderzoekendheid: hun gevoel van vrijheid om van alles uit te proberen.

4. Mensen die wel willen maar niet kunnen.
Die vrijheid voelt groep vier absoluut niet. Groep vier is de groep waar ik in interviews en gesprekken persoonlijk het meeste door geraakt ben. Ze willen wel, maar kunnen (nog) niet. Dat zijn de mensen die, zoals zij het zelf zeggen, ‘de boot gemist hebben’. Of ooit een fout gemaakt hebben en daardoor de computer vermijden. Die niets digitaals in hun opleiding hebben geleerd en/of bang zijn om blunders te maken. Ik heb mensen gesproken die nog nooit hun kilometers hebben gedeclareerd omdat ze niet weten hoe dat moet en zich schamen om dat aan collega’s te vragen. Ik heb mensen gesproken die nog nooit in het ECD gerapporteerd hebben, of de e-learning door een collega of partner in laten vullen. Of van wie de partner de werkmail beantwoordt. Ik heb een vrouw gesproken die ooit de scriptie van haar dochter per ongeluk had weggegooid en sindsdien nooit meer de computer had aangeraakt. Ik heb verhalen gehoord over medewerkers die een burn-out kregen omdat ze door de vele applicaties het bos niet meer zagen. Medewerkers die de zorg verlaten hebben omdat het allemaal veel te digitaal is geworden. Mensen die het gevoel hebben hun zorgidentiteit kwijt te raken door technologie. En mensen die vervroegd met pensioen gingen omdat ze hoorden dat er weer een nieuw EPD kwam en ze slapeloze nachten hadden bij de gedachte dat ze weer een nieuw programma omdat de knie moesten krijgen.

“Het zweet breekt me uit”
Deze laatste groep digitale starters zit, met stress en zweet achter de computer. Door eerdere blunders zijn ze continu bang om fouten te maken. Omdat ze niet snappen wat er gebeurt als ze op een bepaald knopje drukken, durven ze geen nieuwe dingen te proberen. Omdat ze basiskennis missen, is alle nieuwe informatie te veel omdat het nergens kan landen. Ze schamen zich voor hun vaardigheden en voelen zich schuldig als ze collega’s tot last te zijn. Mensen die nog in een schriftje rapporteren zien echt wel dat het hun collega’s extra tijd kost om die rapportage voor hen te digitaliseren in het systeem. Ze zijn dankbaar voor elke hulp maar balanceren op het randje voor hun gevoel en willen hun collega’s niet overbelasten.

Ze krijgen stress bij de gedachte aan een computercursus. Allemaal medecursisten die voor hun gevoel handiger zijn dan zij. Een docent die veel te snel gaat. Of die zo snel iets voordoet of hersteld op hun computer dat ze er niks van geleerd hebben. Een toetsenbord en een scherm vol met onbekende tekens die ze in een te korte tijd onder de knie moeten krijgen en lijken te dansen voor hun ogen. Angst dat ze iets kapot maken of iets fout doen waardoor ze opnieuw moeten beginnen. Angst dat iemand ziet hoe slecht ze hier in zijn. Zweet door de inspanning en zweet van angst.

Faalangst en laaggeletterdheid
Veel digitale starters hebben faalangst. De angst om een fout te maken, belemmert hen te starten met leren. Weerstand tegen zorgtechnologie is naar mijn mening voor het grootste gedeelte gebaseerd op angst. Angst om de baan kwijt te raken, angst voor het onbekende en angst om fouten te maken. Sommige digitale starters hebben ook moeite met lezen en schrijven of met cijfers. Ze zullen soms geneigd zijn om op de vraag of zij het snappen sociaal wenselijk met ja te antwoorden, ook al is het antwoord eigenlijk nee.

Net als bij laaggeletterden worden heel veel digitale starters creatief in het vermijden van computers. Waar iemand die moeite heeft met lezen smoesjes gebruikt als: “Ik heb mijn leesbril niet bij me, lees jij dit even?”, kan de digitale starter zinnen zeggen als: “Jij kunt zo lekker snel typen. Als jij de rapportage even afmaakt, doe ik de was”. En zorgverleners zijn van het behulpzame soort (💜 ) en helpen elkaar oneindig waardoor de digitale uitdagingen blijven bestaan.

Geduld, positiviteit en zelfreflectie
Als je dit weet over de digitale starter, begrijp je dat je als digicoach een enorme hoeveelheid geduld, begrip en positiviteit moet hebben. Vier elk succes en elke gezette stap. Een klein stapje voor jou is een wereldstap voor de starter. Vraag niet alleen naar feiten, kennis en taken maar ook naar gevoel. Het betekent ook dat jij jouw begeleiding altijd af moet stemmen op de ander en achteraf moet checken of dat op een fijne en prettige manier gebeurd is. Zodat je zeker weet dat ook digitale starter type nummer 3 de volgende keer terugkomt om een nieuwe stap te zetten in zijn of haar digitale carrière.

Heb jij tips en of ervaringen die je wilt delen met andere digicoaches? Deel ze met ons via info@digivaardigindezorg.nl

Suzanne Verheijden, programmamanager en opleider van digicoaches